In 1968 maakten de werf de Fa. Wed. Abr. Blaak & Zn. Uit Hoogezand vier loodsjollen voor het Belgische Zee en Loodswezen
Begin 1968 zond het bestuur van het Belgische Zeewezen in Brussel ons, na een telefonische speurtocht naar botenbouwers in Nederland, bestek met lijnen en constructietekeningen van de loodsjollen, bestemd voor een nieuw te bouwen loodsjol. De gedetailleerde informatie riep toch vragen op, ondermeer over de toepassing van olmenhout voor de huidgangen, kiel, wegeringen en andere constructiedelen .Olmen of iepenhout was namelijk al lang niet meer in goede kwaliteit en voldoende lengte op de markt,
omdat die voor de meubel en fineerindustrie werd gebruikt. Met de trein heen en de laatste terug, ben ik in één dag op en neer naar Brussel en Oostende gereisd Aan de Rue de la Loi werden met de heren Desmet en De keizer tekeningen en bestek doorgenomen, en werd in de haven van Oostende een jol bekeken. De loodsjollen mochten na enig aandringen in sipo mahonie worden aangeboden. Alleen de steven moest in gelamineerd iepen worden uitgevoerd, waardoor tenminste nog iets van de oude Belgische gewoonte bewaard bleef!
Scheepswerf van Rumpelmonde, waaraan de bouw van het schip was gegund, verstrekte ons uiteindelijk de opdracht voor fl. 21.500,00 per boot, een prijs die vanwege de concurrentie nog behoorlijk was bijgesteld. De Bon de Commande gaf desondanks
een zekere opluchting in een tijd van hoop en vrees. Oom Gerrit kwam af en toe om een hoekje kijken, om te informeren of er weer werk was ik begon voorlopig alleen met afschrijven, maakte de bouwspanten klaar, en zette de eerste constructie op de stelling. Daarna hebben we met z’n vieren de boten opgeboeid, betimmerd en afgewerkt. Ze werden voorzien van een 13 pk lister diesel met luchtdrukstarter, en lips verstelbare schroefinstallatie
Proefvaart keuring en afname waarvoor een Belgische delegatie onder leiding van de heer Desmet naar Hoogezand was gekomen, vonden plaats op het Zuidlaardermeer en in de haven van “De Leine”. De heren lieten zich niet met een kluitje in het riet sturen en verrichtten hun inspectie in de details, soms tot vervelens toe. Bijkans wantrouwig werden de boten onder de loep genomen, en moest de werking en bediening van de verschillende onderdelen uitvoerig worden gedemonstreerd en toegelicht .
De oude Maarten Smit van “De Leine” had het tafereel de hele dag gadegeslagen en bewonderde onze schijnbaar vanzelfsprekende, maar noodgedwongen, inschikkelijkheid: ‘wat ’n geduld..! Maar de Belgen waren tevreden, en de volgende dag op 16 augustus, gingen de vier loodsjollen met transportbedrijf Lommerts uit Delfzijl op weg naar Rumpelmonde.
Bron: ‘In het kielzog van de scheepsbouw; boot- en sloepmakers van Hoogezand’.
Abr. Blaak